30 juni
Vandaag heb ik geen geest gezien die in de vorm van een naakte man de prachtigste muziek kan maken op zijn op een viool lijkend instrument. Hij kan volgens de Zweedse legende alleen te vinden zijn bij de mooiste plekjes aan een rivier of de waterkant.
Ik zal eens kijken of ik hem nog ergens kan ontdekken. Mogelijkheden te over.
De Litsjöforsarna. In werkelijkheid waren ze veel mooier. Ga er zelf maar eens kijken.
Vandaag stonden de Litsjöforsarna en de Trapstegsforsarna op mijn verlanglijstje. De Trapstegsforsarna zijn de bekendste, met kiosk/restaurant, maar wat mij betreft waren de Litsjöforsen, zonder poespas, zondermeer de mooiste. Eigenlijk had ik daar moeten blijven overnachten.
De Trapstegsforsarna. Ook heel mooi.
Onderweg heb ik nog even wat gevist op een mooi plekje aan het Malgomaj. Je zou er zo weer een nachtje willen blijven. Er zijn zoveel mooie plekjes dat je pas in het najaar weer terug zou gaan vanwege het erbarmelijke klimaat. De wildmarksvägen, met al zijn onverharde zijwegen, mag voor Scandinavische begrippen dan wel een redelijk geürbaniseerd gebied zijn maar buiten de korte zomer is het klimaat onerbarmelijk en zou ik er niet graag wonen. Vooral in het westelijk gedeelte, dat ook nog bij Lapland hoort, in het Stekenjokk gebied. De echte wintersporter zal zijn neus er niet voor ophalen. Die kan er in de regel het seizoen op midzomerdag pas afsluiten.
Onderweg heb ik aardig wat flinke sneeuwscooters zien staan. Die zullen ze in een jaar meer nodig hebben dan een auto.
Hutten en vakantiehuizen zijn er ook ten overvloede. Al of niet voor de wintersport.
Hoe dan ook, het was in alle opzichten weer een mooie dag.
Met de neus bijna in de rivier op de camperplaats
Na de watervallen ben ik doorgereden naar Fatmomakke, een historisch Samisch kerkdorp dat ook op de Werelderfgoedlijst staat. Daar overnacht ik nu ook. Even heb ik nog overwogen om voor een overnachting terug te gaan naar de Litsjöforsarna.
Vanmiddag heb ik een paar uur rondgewandeld. Onder andere in het kerkdorp. Honderden jaren hebben de Samen, net als in Gammelstad, gebruik gemaakt van de in dit geval vele typische ronde houten hutten om te kunnen overnachten voor een kerkdienst of om te feesten. Bijvoorbeeld met midzomernacht of een bruiloft.
Er werd gewoon, zoals gebruikelijk, op een bed van takken geslapen
De eerste kerk is in 1780 gebouwd. Voor zover bekend was Fatmomakke in de 15e eeuw al een verzamelplaats voor de Samen. Ze zijn behoorlijk 'open minded' geweest. In het kerkdorp kwam ik zelfs een klein kerkje tegen van Lapp-Lisa, een in Samische kledij rondtrekkende Amerikaanse evangeliste van het leger des heils. Op meer plaatsen ben ik daar al iets van tegengekomen.
In de kitchwinkel bij de camperplaats heb ik, voor zover ik me kan herinneren, voor het eerst een dikke vette rendierhamburger gekocht. Ze hebben er in ieder geval wel redelijk wat zelfgemaakte kitch en souvenirs. De oude baas achter de kassa vertelde ik dat hij volgens mij de creatieve producent van al die kunst was. Van oor tot oor glunderend zei hij dat dat klopte. In de lange winteravonden werd dat gemaakt. Al of niet machinaal.
Het was weer een mooie en vermoeiende dag met al dat moois.
Morgen gaan we de grillige Stekenjokk maar eens bekijken.